Kasteel de Boekhorst. De geschiedenis van een Hollands pronkjuweel

 

 

De door Jan van der Elst en Maud Mommers geschreven monografie Kasteel de Boekhorst. De geschiedenis van een Hollands pronkjuweel is in de herfst van 2020 verschenen bij Uitgeverij Aspekt. In elke Nederlandse en Vlaamse boekhandel is deze monografie te koop voor slechts €27,50. Vanzelfsprekend kan het boek eveneens worden besteld via een van de vele webshops. Kasteel de Boekhorst. De geschiedenis van een Hollands pronkjuweel is nu (sinds juni 2021) voor €17,50 ook als e-book verkrijgbaar.

 

Summiere samenvatting

De geschiedenis van kasteel de Boekhorst is innig verweven met de Hollandse grafelijke familie. Het verhaal begint in 1273 met de schenking door graaf Floris V van benoorden Noordwijkerhout gelegen duingebied. De ontvangers van deze gulle gift waren zijn bloedverwant Aleidis van Holland en haar gemaal Boudewijn van Noordwijk. Op deze zandgrond werd al gauw een vesting aangelegd. Vervolgens vervulden de kasteeleigenaren en hun kroost vaak voorname functies in het Hollandse maatschappelijke en religieuze leven.

Anna van Vliet werd geboren op kasteel de Boekhorst. In 1578 trouwde ze met jonkheer Andries van Bronkhorst. Dit echtpaar was uitermate verknocht aan hun bastion. Hun aangrijpend en bewogen leven wordt voor het eerst in deze monografie beschreven.

Vanaf de zeventiende eeuw begonnen diverse kunstenaars het gebouw te tekenen. Vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw werd dit een ware rage. Meer dan twintig beeltenissen van het pronkjuweel in de duinen hebben we aan hen te danken.

De uiterst welgestelde Maria Catharina, prinses van Rubempré, liet in 1772 de heerlijkheid de Boekhorst te koop zetten. In verkoopadvertenties werd de vesting nog wel vermeld, ook al was het inmiddels verworden tot een ruïne. Dit is evenwel geenszins het einde van het verhaal. Zo mocht na korte tijd de Haagse notaris Nicolaas de Stoppelaar zich heer van de Boekhorst noemen. Met name voor deze intrigerende figuur was dit een felbegeerde aanspreektitel.

In de negentiende eeuw kwam er een gestage stroom van rijkaards, praalhanzen en parvenu’s op gang die de heerlijkheid kochten en genoten van de jacht, alsmede de adellijk aandoende aanspreektitel. Tegen het einde van die eeuw werd de in opdracht van Andries van Bronkorst gebouwde toegangspoort gesloopt. Het gebied bleef echter als heerlijkheid tot in de twintigste eeuw bestaan.